De kwaliteit van een saxofoon
Om je inzicht te geven wat een goed instrument is en wat een slecht en waardoor prijsverschillen ontstaan
Duurzaamheid:
De kwaliteit van gebruikte materialen, de lak en het fabricageproces moeten degelijk zijn. Veel saxofoons van mindere kwaliteit worden van veel te zacht messing gemaakt, met als gevolg een enorm sterke slijtage al na korte tijd en een voortdurend ontregeld raken van de (precisie) afstelling van de kleppen. Sommige zijn zo zacht, dat als je iets te hard op een klep druk de klep al verbuigt.
De applicatuur moet goed bespeelbaar zijn.
Licht aanspreken:
Sluiten:
Een instrument moet te repareren zijn:
Een saxofoon is een instrument dat na een paar jaar regelmatig bijgesteld moet worden om het goed bespeelbaar te houden. Dit bijstellen moet zonder grote moeilijkheden gedaan kunnen worden en zonder risico dat het instrument daarbij stuk gaat. Bij slechte instrumenten zijn de kleppen en de staanders waar de kleppen aan scharnieren zitten, vaak niet goed gesoldeerd. Deze kunnen bij een eenvoudige afstel beurt afbreken. Ervaren reparateurs weten dit en weigeren daarom vaak zo'n instrument te repareren.
De zuiverheid:
De klank:
Als je de bovenstaande normen hanteert bij het kopen van een saxofoon, kun je het grootste deel van alle saxofoons al afschrijven. De overgebleven merken zoals o.a. Selmer Paris, Yamaha, Yanagisawa, Buffet Crampon en Keilwerth zijn de A-merken waar wij twee jaar garantie en onderhoud op durven te geven. Deze saxofoons kunnen met regelmatig onderhoud tientallen jaren mee. Dit zijn dan ook de merken die je bij iedere serieuze handelaar vindt.
Alle saxofoons glimmen, maar het zijn de ingenieurs en de vakmensen in de saxofoon fabrieken die een goed of een slecht instrument bouwen, niet de polijsters.
Voor een beginner moet een instrument vooral gemakkelijk bespeelbaar zijn. Er moet niet teveel ruimte zijn om het verkeerd te doen. D.w.z. het instrument moet van zichzelf aardig klinken maar niet al teveel kleuring toestaan. Een soort voor gebakken geluid. Je kan niets, maar het klinkt al aardig. Dat stimuleert.
Het instrument moet licht aanspreken. Beginners hebben nog niet de gelegenheid gehad om een constante ademsteun te leren opbouwen. (ademsteun = een voortdurende gelijkmatige persdruk uit je middenrif vandaan) Dat duurt een paar jaar. Instrumenten die meer ademsteun vragen, doen het niet goed zonder dit. Dat kan enorm demotiveren, vooral bij kinderen.
Een saxofoon is een instrument dat in iedere toon een zekere tolerantie heeft in de toonhoogte. Net als de menselijke stem of bijv. een viool. Als je een toon speelt, kun je de toonhoogte met je mond een ietsje verhogen of verlagen. Deze mogelijkheid geeft het instrument een extra dimensie. Je kunt als het ware naar de toon toe glijden, of er vanaf. Je kunt een vibrato binnen de toon maken. (= triller) Je kunt er ook vals mee spelen ! Voor een beginner is dit een extra moeilijkheid. Een goed beginners instrument geeft weinig tolerantie binnen de tonen.
Beginnende saxofonisten, die aan het studeren zijn of zo maar wat spelen, spelen vrijwel zonder uitzondering op één geluidsniveau. We noemen het "huiskamerniveau". Zelden héél zacht, zelden heel hard. Een goed beginners instrument doet het op zijn best op huiskamerniveau. Heel hard en heel zacht zijn minder belangrijk.
Directheid. Als je bij een saxofoon van toon wisselt heeft het instrument een zekere tijd nodig om van de ene frequentie over te gaan op de andere. We noemen dit de "tussentijd". Dit is een constante periode. Of je nu snel of langzaam een klep indrukt, pas als de klep gesloten is wisselt tijdens de "vaste tussentijd" de frequentie. Deze "tussentijd" is altijd heel kort, maar duurt op een beginners instrument toch aanzienlijk langer dan op een professioneel instrument. Beginners spelen langzaam. De gespeelde toon stellen we voor met een(---), de "tussentijd" met een( . ) Als volgt: beginner: ----------------- . ---------------- . --------------------Profs. spelen soms ontzettend snel: - . -. - . - . - . - . - . - . - . - . - . - .
Zoals je ziet kan bij een prof de totale tussentijd de helft van de tijd bedragen dat er tonen te horen zijn. Bij een beginner is de tussentijd te verwaarlozen. Een prof wil graag een instrument met een zo kort mogelijke "tussentijd", dan klinkt zijn snelle spel doorzichtig, open. We noemen dit een direct instrument. Voor een beginner is dit niet belangrijk.
Een professional heeft een instrument nodig waarop hij tot het uiterste kan gaan in zijn muzikale expressie. Het instrument moet in staat zijn om aan de ene kant uiterst subtiele zachte en intense klanken te produceren en aan de andere kant een enorme kracht, macht en geluidsvolume te produceren.
Je kunt dit vergelijken met luidsprekers.
Kleine goedkope luidsprekers doen het aardig bij een gemiddeld geluidsvolume. Zet je het geluid echter heel zacht, dan blijft er alleen wat geknisper over, ze klinken dan oppervlakkig. Zet je het geluid heel hard, dan wordt het onaangenaam, onduidelijk, scherp klinkend en overstuurt. Neem je nu heel grote dure luidsprekers, zul je merken dat deze op ieder geluidsniveau een natuurlijk geluid voortbrengen, met diepte en klankkleur.
Precies zo gaat het ook met goede professionele saxofoons. Fabrikanten van professionele instrumenten hebben door de jaren heen voor miljoenen guldens geëxperimenteerd om te komen tot een specifiek productie proces dat een instrument oplevert, dat aan de hoogste professionele eisen voldoet. Ieder aspect van de productie is essentieel. Het juiste materiaal voor de buis en de kleppen, de precieze manier , temperatuur en volgorde van de bewerkingen van het plaat waaruit de buis gemaakt wordt, de precieze plaatsing en grootte en hoogte van de toongaten.Ieder toongat beïnvloedt de klank, stemming en dynamiek van iedere andere toon.
De precieze kwalificaties van de doorsnee van de hele buis inclusief de inhoud van de afgesloten toongaten. De precieze curve van de hals en de bocht. De wanddikte van hals, buis, bocht en beker afzonderlijk. De spanningen die in het materiaal ontstaan tijdens de diverse vervormingen en tijdens het lassen van de buis en het uittrekken van de toongaten. De hardheid, stijfheid van het materiaal dat op verschillende plaatsen verschillend moet zijn.
Een fabriek als Selmer bestaat al bijna een eeuw.