In januari 1985 kocht Harry Bakker voor zichzelf zijn eerste saxofoon. Het was een verzilverde York uit 1925, nog met de originele polsters. Op de eerste saxofoonles bij
Luc van Gessel (toen nog conservatoriumstudent) bleek de saxofoon onbespeelbaar. Terug naar de winkel dus. Daar werd er achterin even aan gesleuteld. Zo moest hij goed zijn. Op les twee bleek de saxofoon echter nog steeds onbruikbaar. Weer terug naar de winkel, waar dezelfde procedure werd gevolgd met hetzelfde resultaat. Wat nu? Het ligt niet in Harry's aard te zeuren; hij lost het liever zelf op. Bij Hampe in Amsterdam schafte hij een set polsters aan, demonteerde de saxofoon en zette de nieuwe polsters er op. Volgens leraar Luc was de saxofoon nu heel redelijk bespeelbaar. En omdat Harry in die tijd zonder vast werk zat, opperde Luc dat hij misschien wel saxofoonreparateur zou kunnen worden. Werk zat.
Nico Bodewes
Dat vond Harry een aantrekkelijk idee. Maar hoe pak je zoiets aan ? Luc kende een beroemde saxofoonreparateur, Dus Harry belde Nico op en vroeg hem om saxofoonreparatielessen. "Ontzettend leuk", vond Nico. Harry moest dinsdag om twee uur maar naar de werkplaats van Nico in de Buiten Bantammerstraat in Amsterdam komen, dan zou Nico het wel allemaal uitleggen, want hij had véél te veel werk en hij zou blij zij als er ook eens iemand anders aan saxofoons ging werken...
Dus dinsdag om twee uur stond Harry bij de werkplaats van Nico, maar... geen Nico. Hij is die middag ook niet komen opdagen. Harry probeerde vervolgens de hele week Nico te bellen, maar die neemt zelden de telefoon op omdat hij het véél te druk heeft. Toch, de maandag erna is er contact: "Ha, ha ha. Nee ik was er niet, ik was wég...."
Nieuwe afspraak gemaakt, weer op dinsdag om twee uur bij Nico in de werkplaats. Die dinsdag hetzelfde verhaal: geen Nico. Weer de hele week gebeld, weer werd de telefoon niet opgenomen. En weer op maandag contact: "Ha, ha ha, léuk hè, nee, ik was er wéér niet... " Op de derde afspraak was Nico er wél. Iemand die zo volhoudt, wil écht, concludeerde Nico.
Vervolgens heeft Nico zonder enige vergoeding in een aantal weken Harry uitgelegd hoe je saxofoons moet repareren, welke materialen en gereedschappen je daar voor nodig hebt en wat je ervoor kunt vragen.
De eerste saxofoon die Nico aan Harry ter reparatie meegaf, was tevens het meest verwoeste instrument dat hij ooit had gezien; het kwam uit de vuilnisbak. Een dubbelgevouwen Franse sopraansaxofoon uit 1905 met twee octaaftoetsen, een aantal verminkte toongaten en een paar verdwenen kleppen. Om zoiets te repareren heb je een vracht gereedschappen en materialen nodig!
"Maak je eigen gereedschap maar", zei Nico, "en ik zal je vertellen waar je je materialen kan kopen. Niet bij mij, dat doe ik nooit." Harry ging naar huis, kocht materiaal, maakte gereedschap en ging aan de slag. Hij deed er een maand over; de duurste reparatie uit zijn carrière. Toen hij er mee klaar was, liet hij het instrument aan Nico zien.
"Dat is heel goed", zei Nico, "maar dat wist ik wel. Je moet alleen nog een paar dingen verbeteren." Na twee dagen verder sleutelen was de sax echt klaar. "Goed", zei Nico, "die kun je verkopen, dan kan je weer wat gereedschap aanschaffen. Hier heb je het volgende studie object." Het was een Chinese sax van onbespeelbare kwaliteit, van een van Nico's klanten. Zelf had Nico geen zin in de reparatie.
De revisie van deze sax kostte Harry een week en leverde f 250,- op, minus materiaal en BTW. Nico was tevreden. Hij had nóg een unieke saxofoon ter reparatie: bij dit instrument zat iedere klep op een eigen as, in plaats van gecombineerd of tussen puntschroefjes. Een zee van assen. Het was een zogenaamde "World" altsaxofoon. Het merk is Harry nooit meer tegengekomen, wél hetzelfde instrument, nog steeds in uitstekende staat. Het woont nu op Texel, bij een andere eigenaar.
De revisie van dit instrument kostte 3 dagen en toen Harry het resultaat ter controle bij Nico inleverde, zei die: "Je kan het, ga maandag om twee uur maar bij de telefoon zitten dan stuur ik je klanten. Nico nam namelijk alleen op maandag tussen twee en vier de telefoon op. Tien over twee kwam het eerste telefoontje: een klant! Voor vier uur nog twee. Werk voor een week.
De gerepareerde instrumenten werden weer gecontroleerd door Nico. "Goed", zei die, "maandag wéér bij de telefoon."
Vanaf die dag heeft Harry nooit meer zonder reparatiewerk gezeten.
Nico Bodewes:
Eind 1987 kwam Harry's oudste zoon Robin als HEAO-scholier op zaterdag wat bij vader bijverdienen.Een paar maanden later besloot de jonge Bakker zich volledig in het bedrijf te storten.
De zaken liepen zo goed dat de toenmalige huisvesting, een schuur 2,30 m bij 3,20 m achter het woonhuis in de Bijlmermeer, uitpuilde. De klanten moesten in de tuin op hun beurt wachten. Harry Bakker Saxofoons verhuisde in 1989 naar de Dorpsstraat 12 te Muiderberg, goed bereikbaar vanuit heel Nederland en een bijzonder mooi dorp met bos, strand en leuke restaurants en terrassen.
In 1989 kwam Harry's tweede zoon Jeffrey erbij, op de reparatieafdeling. Vanaf dit moment is Jeff de tweede saxofoonreparateur naast Harry. In 1989 werd Harry Bakker een Vennootschap onder Firma. Harry, Robin en Jeff werden gezamenlijk eigenaar. Robin doet de verkoop, website en administratie, Jeffrey de reparatie en verkoop, Harry is sinds 2001 met pensioen en woont nu in Frankrijk.
Waarom ons bedrijf goed gaat? Kwaliteit, vriendelijkheid, eerlijkheid, no-nonsense, behulpzaamheid, scherpe prijzen, service en vakmanschap.